Sternoclaviculair letsel
Sternoclaviculair letsel - ook bekend als pijn aan het SC-gewricht of sternoclaviculaire luxatie - betreft problemen aan het gewricht aan de voorzijde van de borst-hals regio dat het borstbeen (sternum) verbindt met het sleutelbeen (clavicula). Meestal ontstaan deze klachten door een ongeluk of val, hoewel dit minder vaak voorkomt dan letsel aan het acromioclaviculaire gewricht, dat zich meer aan de buiten- en bovenzijde van de schouder bevindt.
Bij een sternoclaviculaire luxatie raakt het sleutelbeen ontwricht ten opzichte van het borstbeen, wat schade veroorzaakt aan de kapsels, banden en mogelijk ook de kraakbeenschijf in het gewricht. Deze aandoening is zeldzaam, maar er zijn andere aandoeningen die pijn aan het sternoclaviculaire gewricht veroorzaken, zoals capsulitis of artritis, voornamelijk bij vrouwen van middelbare leeftijd, of gewrichtsbanden die opgerekt zijn zonder ontwrichting.
Een sternoclaviculaire luxatie ontstaat meestal door een kracht die op de schouder inwerkt, zoals bij een val of ongeluk. Het sleutelbeen kan naar voren of naar achteren ontwrichten, waarbij een luxatie naar achteren het gevaarlijkst is vanwege belangrijke bloedvaten, de luchtpijp en de slokdarm in dat gebied. Er zijn acute en chronische (terugkerende) luxaties, waarbij het laatste kan ontstaan door onvoldoende herstel na een eerdere blessure of aangeboren zwakte van kapsels en gewrichtsbanden.
Klachten die optreden bij sternoclaviculair letsel omvatten pijn aan de voorzijde van de borst, onder het begin van de hals, met verergering bij eindstandige bewegingen van de schouder. Bewegingen zoals het optrekken van de schouders of het voorlangs kruisen van de bovenarm zijn vaak pijnlijk, en druk op het gewricht veroorzaakt pijn. Zwelling kan optreden, en bij een luxatie zijn zichtbare afwijkingen zoals een harde bult of kuiltje mogelijk. Sommige patiënten ervaren kortademigheid, tintelingen of slikstoornissen, vooral bij een luxatie naar achteren.
Patiënten met acuut of chronisch letsel kunnen zich melden bij een arts of fysiotherapeut. De diagnose wordt gesteld op basis van klachten, het lichamelijk onderzoek en beeldvormende tests zoals röntgenfoto's, CT-scans of echo's om de ernst van de schade te beoordelen.
De behandeling varieert afhankelijk van de ernst van het letsel. Bij een acute luxatie wordt het sleutelbeen teruggeplaatst en wordt een mitella/sling gedragen, mogelijk gevolgd door fysiotherapie. Bij chronisch letsel kan rust, fysiotherapie en pijnmedicatie worden geprobeerd, met een mogelijke operatie als de klachten aanhouden. Bij verstuikingen, capsulitis of artritis kan rust meestal voldoende zijn.
Maak hier je afspraak