Spierletsel van de bovenrug
Het gebied van de bovenrug strekt zich uit vanaf de onderkant van de nek tot aan de taille en omvat een complex samenspel van spieren die diverse bewegingen mogelijk maken. Dit artikel behandelt verschillende factoren die compressie van een zenuwwortel kunnen veroorzaken, vaak resulterend in een nekhernia. Er worden twee vormen onderscheiden: de 'zachte' en de 'harde' nekhernia, beide uitvoerig besproken in dit artikel.
Het bovenste deel van de wervelkolom, bekend als de cervicale wervelkolom, bestaat uit op elkaar gestapelde botten die de stevigheid van de wervelkolom waarborgen. Tussen de harde wervels bevinden zich zachtere structuren, de tussenwervelschijven of disci (enkelvoud: discus). Deze elastische schijven dragen bij aan schokdemping en de beweeglijkheid van de wervelkolom. Het ruggenmerg loopt van boven naar beneden door de wervelkolom, waarbij zenuwen bij elke wervel de kolom verlaten en onder andere naar de armen gaan om spieren aan te sturen en gevoelssignalen naar de hersenen te sturen. Wanneer een tussenwervelschijf uitpuilt en druk uitoefent op een zenuw, ontstaat een hernia.
Nekhernia's ontwikkelen zich meestal geleidelijk door eenzijdige belasting, gebrek aan beweging, of een ongezonde levensstijl. Langdurige buiging van de nek, zoals bij (computer)werk, verhoogt de druk op de tussenwervelschijf, wat uiteindelijk kan leiden tot uitpuiling en druk op een zenuw. Ook ongelukken, vallen, artrose of fracturen kunnen andere structuren van de wervelkolom veranderen en zo zenuwcompressie veroorzaken.
Klachten die bij een cervicale radiculopathie horen, zijn onder andere pijn in de nek, arm, hand, schouderregio, tintelingen, prikkelingen, doof gevoel in de arm, hand en vingers, en soms een elektrische schok bij bewegingen. Klachten kunnen verergeren bij hoesten, niesen, persen, en specifieke bewegingen van de nek.
De diagnose wordt gesteld aan de hand van het patiëntenverhaal, lichamelijk onderzoek en, indien een operatie wordt overwogen, een MRI-scan. In sommige gevallen kan een CT-scan worden gebruikt. Hoewel een elektromyografie (EMG) de zenuwfunctie kan beoordelen, geeft het geen informatie over de oorzaak van de klachten.
De behandeling heeft als doel de druk op de zenuwwortel te verminderen, vooral effectief bij een zachte nekhernia. Houdingsinstructies en therapie gericht op het trainen van nek- en schouderspieren, het verbeteren van de beweeglijkheid en het creëren van meer ruimte voor de zenuw, zijn belangrijke interventies. In de acute fase kan het dragen van een halfharde halskraag gunstig zijn, maar dit moet met voorzichtigheid worden toegepast. Bij een harde nekhernia is er minder wetenschappelijk bewijs voor effectieve fysiotherapeutische behandeling, maar het wordt vaak geprobeerd als alternatief voor operatieve ingrepen. Een ontstekingsremmende injectie kan tijdelijke verlichting bieden, maar met aandacht voor mogelijke risico's.
Maak hier je afspraak