Instabiliteit van de onderrug
Lumbale instabiliteit, ook bekend als instabiliteit van de lage rug, wordt steeds vaker aangewezen als een belangrijke factor bij lage rugklachten. Een verstoring van de stabiliteit in de onderrug resulteert in een instabiele wervelkolom en kan leiden tot chronische lage rugpijn. De wervelkolom bestaat uit gestapelde ruggenwervels die tijdens bewegingen op hun plaats worden gehouden door een samenspel van kapsels, banden, tussenwervelschijven en spieren. Wanneer dit systeem niet goed functioneert en de wervels te veel of ongecontroleerd bewegen, spreekt men van instabiliteit.
Er zijn twee soorten stabiliteit in de lumbale wervelkolom: mechanische stabiliteit en functionele stabiliteit. Mechanische stabiliteit wordt verzorgd door banden, kapsels en tussenwervelschijven, die eindstandige bewegingen van de wervels opvangen. Diepgelegen spieren bieden actieve functionele stabiliteit door op de juiste momenten aan te spannen, waardoor ze een korset rondom de wervelkolom vormen en nauwkeurige aansturing vereisen. Bij lumbale instabiliteit is één of beide vormen van stabiliteit verstoord, wat kan leiden tot overbelasting of beschadiging van de structuren en rugpijn tot gevolg heeft.
Verschillende factoren kunnen lumbale instabiliteit veroorzaken, vaak overlappen mechanische en functionele instabiliteit. Beschadiging van kapsels en banden kan mechanische instabiliteit veroorzaken, waarbij ook het zenuwstelsel dat de diepgelegen spieren aanstuurt, ontregeld kan zijn. Dit kan leiden tot extra moeite voor de spieren om de instabiliteit te corrigeren. Het dunner worden van tussenwervelschijven door veroudering, overbelasting of hernia kan ook leiden tot meer speling tussen de wervels, wat instabiliteit veroorzaakt. Na herstel van een periode van rugpijn kunnen de diepgelegen rugspieren soms niet meer goed functioneren, wat extra druk legt op kapsels, banden en tussenwervelschijven.
De symptomen van lumbale instabiliteit zijn divers en worden nog steeds onderzocht. Enkele mogelijke symptomen zijn pijn in de onderrug, een gevoel van iets dat verschuift tijdens beweging, pijn bij langdurig staan, zitten, liggen of lopen, startpijn bij het opstaan uit een lage zithouding, pijn bij langdurige voorovergebogen houdingen, verhoogde spierspanning, verminderde beweeglijkheid van de onderrug, klachten bij tillen, heffen of dragen, en verminderde algehele lichamelijke conditie.
De diagnose wordt gesteld door een arts of fysiotherapeut die de rugklachten en hun oorzaken onderzoekt. Een lichamelijk onderzoek omvat het beoordelen van de beweeglijkheid van de wervelkolom en enkele tests om de stabiliteit van de lage rug te beoordelen. Aanvullende onderzoeken zijn meestal niet nodig voor de diagnose.
De diepgelegen stabiliserende spieren van de wervelkolom moeten getraind worden om de instabiliteit te corrigeren. Dit vereist bewuste aanspanning van de spieren, die met de tijd sterker worden en een betere coördinatie en uithoudingsvermogen ontwikkelen. Een fysiotherapeut kan oefeningen aanleren en controleren of de juiste spieren worden aangespannen, met als doel deze aanspanning automatisch te maken tijdens dagelijkse activiteiten. Het kan verstandig zijn om tijdelijk geen krachttraining van oppervlakkige spiergroepen te doen.
Maak hier je afspraak