Impingement syndroom
Subacromiaal Pijnsyndroom (SAPS) is een overkoepelende term voor alle schouderpijn onder het "schouderdak," ook wel bekend als het impingement syndroom. Het is de meest voorkomende oorzaak van schouderklachten bij volwassenen, en met name het zijwaarts heffen van de arm is pijnlijk bij SAPS. De pijn concentreert zich doorgaans aan de voorzijde van de schouder. In de beperkte ruimte tussen het schouderdak en de kop van de bovenarm bevinden zich spieren, pezen, en slijmbeurzen. Irritatie en zwelling van een of meer van deze structuren kunnen deze ruimte verder verkleinen en leiden tot (pijn)klachten.
Het schoudergewricht bestaat uit het schouderblad en de bovenarm, waaruit het schouderdak ontstaat. Dit dak omvat het acromion, het coracoacromiale ligament, en de processus coracoïdeus, bevindt zich boven de schouderkop. Tussen het schouderdak en de kop van de bovenarm bevinden zich spieren, pezen, en slijmbeurzen. Bij irritatie en zwelling van deze structuren wordt de ruimte verder verkleind, wat leidt tot (pijn)klachten.
De pijn kan ontstaan door zwelling van structuren onder het schouderdak, veroorzaakt door overbelasting. Kalkafzetting in de pezen, eveneens door overbelasting, kan extra ruimte innemen en inklemming veroorzaken. Een tweede oorzaak is een verkleining van de ruimte onder het schouderdak wanneer de bovenarm te ver omhoog beweegt, vaak als gevolg van disfunctie van de rotator cuff spieren, wat leidt tot instabiliteit van de schouderkop.
SAPS ontstaat als reactie op andere schouderproblemen, resulterend in uiteenlopende symptomen. Typerende kenmerken zijn pijn aan de buitenzijde van de schouder, soms uitstralend naar de bovenarm en in ernstige gevallen tot in de hand. Pijn treedt op bij het heffen van de arm, vooral rond de 90 graden, en bij draaibewegingen en weerstand tegen het heffen van de arm.
Een fysiotherapeut, huisarts of orthopeed kan de diagnose SAPS stellen op basis van de klachtengeschiedenis en lichamelijk onderzoek. Echografie kan specifieke structuren in kaart brengen of andere aandoeningen uitsluiten, maar verdere aanvullende tests zijn meestal niet nodig.
De behandeling richt zich op pijnvermindering, verbetering van beweeglijkheid en spierfunctie. Bewegingsbereik van de schoudergordel en nek- en borstwervelkolom is cruciaal. Een fysiotherapeut voert dit onderzoek en de behandeling uit, inclusief training van de rotator cuff spieren. Bij acute hevige pijn kan een corticosteroïdeninjectie overwogen worden. De hersteltijd varieert afhankelijk van de duur van de klachten en de oorzaak, met actieve deelname van de patiënt aan het herstelproces. In geval van overbelasting is rust essentieel, en chirurgie wordt zelden overwogen, behalve bij anatomische problemen met het schouderdak.
Maak hier je afspraak