Cervicaal houdingssyndroom
Het cervicale houdingssyndroom manifesteert zich door nek- en bovenrugpijn als gevolg van een incorrecte lichaamshouding. De voornaamste klachten omvatten pijn, stijfheid en een gevoel van vermoeidheid in de nek, ook bekend als houdingsgerelateerde nekpijn of het tired neck syndrome.
Bij het cervicale houdingssyndroom bevindt het hoofd zich vaak te ver naar voren in vergelijking met de romp, wat wordt aangeduid als anteropositie. Deze positie zorgt ervoor dat het zwaartepunt van het hoofd te ver naar voren komt te liggen, wat leidt tot overbelasting van de nekspieren. Deze spieren moeten als het ware het hoofd van 5 kilogram omhoog houden, wat een onbalans veroorzaakt tussen de nekspieren. De spieren aan de achterkant werken hierbij te hard, vooral de levator scapulae spier, en raken overbelast door langdurig voorovergebogen zitten, staan of werken. Ook kunnen de tussenwervelschijven (disci) en wervelgewrichten overbelast raken door langdurig voorover buigen.
De houding van het hoofd is het meest zichtbaar wanneer de patiënt staat of zit. Soms treedt de voorovergebogen houding alleen op tijdens specifieke activiteiten, zoals langdurig zitten achter een bureau (lezen, schrijven, studeren), intensief gebruik van de mobiele telefoon, of langdurig werken achter de computer of tablet. Ook het dragen van zware voorwerpen met hangende schouders kan de nekspieren overbelasten. Klachten geassocieerd met het cervicaal houdingssyndroom kunnen ook optreden bij langdurig autorijden met beide armen naar voren.
Typische klachten van het cervicaal houdingssyndroom zijn pijn of een vermoeid gevoel in de nek, bovenrug of het hoofd. Daarnaast kunnen een 'stijve nek' en soms kaakgewrichtsklachten optreden. Drukpijn op de spieren en klachten bij krachtig aanspannen van deze spieren zijn ook veelvoorkomend, terwijl er over het algemeen weinig tot geen bewegingsbeperking van de nek is.
Om de diagnose van het cervicaal houdingssyndroom te stellen, bevraagt de arts of fysiotherapeut de patiënt over de klachten, hun ontstaan en wanneer ze optreden. Tijdens het lichamelijk onderzoek wordt de houding van het hoofd, de nek, schouders en bovenrug geobserveerd. Aanvullend onderzoek is doorgaans niet nodig.
Het is essentieel om de oorzaak snel aan te pakken om langdurig letsel aan een tussenwervelschijf te voorkomen. De behandeling is voornamelijk gericht op het verbeteren van de (hoofd)houding en het activeren van de patiënt. Advies om regelmatig van houding te veranderen en het trainen van de nekspieren vormen hierbij een belangrijk onderdeel.
Maak hier je afspraak